Drone Flight Academy

Drone Flight Academy is een erkend Europees opleider voor dronepiloten. Vanuit een ervaren team van instructeurs, afkomstig uit zowel de bemande als de onbemande luchtvaart, wordt onze kennis op een interactieve manier gedeeld. Drone Flight Academy is daarnaast specialist op het gebied van de Europese wet- en regelgeving omtrent het gebruik van drones.

Europese Wet- en Regelgeving

Open- categorie

De Open-categorie is de categorie waarin de vluchten plaatsvinden met het laagste risicoprofiel. Binnen deze categorie mag gevlogen worden met drones tot 25 kilogram. Afhankelijk van het gewicht van de drone waarmee gevlogen wordt valt deze in subcategorie A1, A2 of A3. In de Open-categorie vliegen met name alle hobbyisten maar ook de beginnende commerciële vliegers.

Specific-categorie

De Specific-categorie is de categorie waarin de vluchten plaatsvinden met een middelhoog risicoprofiel. Wanneer je een vlucht niet binnen de regels van de Open-categorie kan uitvoeren kom je terecht in de Specific-categorie. Denk hierbij aan vluchten buiten het zicht, vliegen met drones zwaarder dan 25 kilogram of het vliegen in gebieden welke beperkt zijn voor de Open-categorie. In de Specific-categorie vallen vrijwel alle professionele bedrijven en piloten.

Certified-categorie

De Certified-categorie is de categorie waarin de vluchten plaatsvinden met het hoogste risicoprofiel. Voorbeelden van vluchten met een hoog risicoprofiel zijn drones die (gevaarlijke) stoffen, medicijnen of zelfs mensen vervoeren. Daarnaast zullen de toekomstige cargodrones of medische nooddiensten in deze categorie vallen. Slechts een klein aantal operators zullen straks in de Certified-categorie terecht komen.

Open-categorie

De Open-categorie wordt onderverdeeld in drie subcategorieën A1, A2 en A3. Binnen deze subcategorieën worden drones van een bepaald type gewicht ingedeeld. Het gewicht van de drone is tevens de standaard van de zogenaamde Cx-labels. Op basis van gewicht zijn er binnen de Open-categorie 4 verschillende labels:

C0: Zelfbouw- of speelgoeddrones  van 0 tot en met 249 gram
C1: Microdrones van 250 tot en met 899 gram
C2: Minidrones van 900 gram tot en met 3.999 gram
C3: Algemene drones vanaf 4 kilogram tot en met 24.999 gram
C4: Zelfbouwdrones vanaf 4 tot en met 24.999 kilogram

Daarnaast heb je drones zonder Cx-labels. Afhankelijk van in welke subcategorie je vliegt heb je te maken met verschillende regels. Zo mag je in subcategorie A1 en A2 in principe over bebouwing vliegen, mits je de drone in zicht houdt, maar moet je in A3 minimaal 150 meter afstand houden.

Specific-categorie

De operaties binnen de Specific-categorie zijn allemaal gebaseerd op het inventariseren van alle mogelijke risico’s. Dit geldt voor zowel de zogenaamde Ground Risk Class (GRC) als de Air Risk Class (ARC). Hieruit volgt vervolgens een risicoprofief en aan dit risicoprofiel zitten vervolgens een aantal mogelijk mitigerende maatregelen verbonden, deze maatregelen zijn nodig om bepaalde risico’s te verlagen naar een acceptabel niveau. Binnen de Specific-categorie zijn er verschillende mogelijkheden om een operationele exploitatievergunning met de daarbij behorende bevoegdheden te ontvangen:

  • Standaards Scenario (STS)
  • Pre-Defined Risk Assessment (PDRA)
  • Specific Operations Risk Assessment (SORA)

Indien de operator beschikt over een Light UAS Operator Certificate (LUC) dan mag dit bedrijf zelf het bovenstaande goedkeuren.

Opleidingen

Om te vliegen met een drone boven de 250 gram heeft iedere piloot een opleiding nodig. Voor het vliegen in de subcategorieën A1/A3 van de Open-categorie geldt dat de piloot in het bezit moet zijn van het Europees Dronebewijs A1/A3, deze opleiding is online en bestaat uit 9 theoretische onderwerpen en wordt afgesloten met een online theorie-examen bestaande uit 40 vragen. De onderwerpen waarover het examen gaat zijn bijvoorbeeld luchtveiligheid, luchtruimrestricties en regelgeving, operationele procedures, privacy en algemene kennis van een onbemand luchtvaartuig.

Als je als piloot wilt vliegen in subcategorie A2 dan moet het aanvullende Europees Dronebewijs A2 behaald worden. Deze opleiding is aanvullend op de A1/A3 opleiding gaat onder meer over meteorologie, vluchtprestaties en risicomitigaties. Over deze 3 onderwerpen wordt vervolgens een theorie-examen gemaakt bestaande uit 30 vragen. 

De Specific-categorie heeft betrekking op vluchten met een groter risicoprofiel dan vluchten uit de Open-categorie, daardoor zijn de opleidingseisen ook zwaarder. Naast de benodigde theoretische kennis dient de piloot ook te beschikken over een aantal andere vaardigheden zoals het vermogen om operationele procedures toe te passen, gedurende de vlucht bewust te zijn en blijven van de situatie, het vermogen om een operatie veilig te coördineren en het beheren van de werking en automatisering van het onbemande luchtvaartuig zelf.

Over Ons

Drones bewijzen steeds meer hun meerwaarde op het gebied van veiligheid en efficiëntie op zakelijk gebied. Daarnaast is het vliegen met een drone ook een fantastische hobby. Door de invoering van de Europese wet- en regelgeving is het niet meer alleen voor professionals verplicht om een opleiding te volgen maar ook voor hobbyisten. Op deze manier is elke dronepiloot zich bewust van de risico’s en doen ze kennis op welke vereist is om te vliegen met drones. Drone Flight Academy ontwikkelt en verzorgt hiervoor theoretische opleidingen en praktische trainingen gericht op het veilig en verantwoord vliegen met drones op verschillende risiconiveaus. Onze instructeurs hebben uitgebreide ervaring in zowel de bemande als de onbemande luchtvaart. Vanuit verschillende achtergronden leren zij de cursisten de benodigde theoretische kennis te begrijpen en toe te passen tijdens het vliegen met een drone. Tijdens de verschillende toegepaste praktijktrainingen leert de cursist allerlei praktische vaardigheden om de drone zo veilig mogelijk te besturen.